Sommige jongens lopen vast in de reguliere jeugdzorg. Een kleinschalig project boekt opmerkelijke resultaten door ze als mens te behandelen. Samen met Maria Mok portretteert Meral Uslu in ‘Jongens zonder thuis’ acht bewoners.
“Wonen Met Kansen is een initiatief van jongerenhulpverleners die ongelukkig waren in de reguliere jeugdhulpverlening. Jongens zitten daar in een te grote groep en vaak is repressie het uitgangspunt. Abdel Bouzit en Karim Ait Boukdir gunnen jongeren de kans om echt zelfstandig te worden. Ze gaan niet uit van dwang of wat cliënten niet kunnen, maar kijken naar wat ze wél kunnen en willen. Ik ben in veel jeugdhuizen en gevangenissen geweest; ik vond hun werkwijze enorm amicaal, gelijkwaardig en familiair.”
“Die aanpak komt uit een meisjestehuis in Bogota (Colombia) en was voor ons een experiment. Dat heeft ongelooflijk goed uitgepakt. De jongens doen hun ogen dicht en mogen alles zeggen. En als ze niets willen zeggen, mag dat ook. Toen de film af was, hebben we hem aan de hulpverleners laten zien. Die waren stomverbaasd: ‘Ze vertellen jullie veel meer dan ons!’ Vooral de reacties op ‘vader’ en ‘moeder’ vond ik heel heftig. De een zegt ‘koningin’, een ander zegt ‘ik haat haar’.”
“Ze proberen het gewoon, en hun aanpak is positief en zonder dwang. Deze jongens zijn echt zware gevallen. Ze hebben heel veel voor de kiezen gehad, hebben thuisloosheid en liefdeloosheid meegemaakt. Zonder toekomstperspectief en zonder voorbeeld van een vader, moeder, broer of zus dat ze kunnen volgen. Er valt wel eens iemand terug, maar Wonen Met Kansen heeft echt successen geboekt.”