Optimisme is gezond. Maar wat als je van nature niet zo positief bent ingesteld? In ‘Erik Scherder en het nut van optimisme’ laat de hoogleraar neuropsychologie zien dat optimisme te trainen is.
“Optimisten hebben over het algemeen minder stress, omdat ze door een vrolijker bril naar het leven kijken. Dat is goed voor het immuunsysteem. Chronische stress zie je terug in hart- en vaatziektes en ook hersenfuncties leiden onder stress. Daarnaast kunnen mensen beter pijn verdragen en taken uitvoeren naarmate ze optimistischer zijn. Tot slot blijkt uit onderzoek van cardioloog Leonard Hofstra, met wie ik over dit onderwerp het boek Hoop voor hart en hersenen schreef, dat positieve mensen langer leven.”
“Ja, en dat is niet eens zo heel moeilijk. In de serie gaan vijf deelnemers hiermee aan de slag. Zij trainen vijf afleveringen lang door dagelijks kleine opdrachten uit te voeren zaken als zelfcompassie, focus op het goede en bewust genieten. Zo moeten ze aan het einde van de dag drie positieve punten noteren. Dat hoeven geen grote dingen te zijn, iemand mag ook opschrijven dat het lekker weer was. Dit soort oefeningen kunnen mensen thuis ook doen om positiever in het leven te staan.”
“Het continu consumeren van nieuws, bijvoorbeeld. Al die nare berichten werken stressverhogend en gaan ten koste van het immuunsysteem. In deze tijd van crises, oorlogen en negativiteit is het heel fijn en goed om af en toe te zeggen: ‘Ik laat de klimaatcrisis los, de oorlog in Israël los ik niet op, ik ga kijken wat ik vandaag kan doen om mijn dag tot een succes te maken.’”
Tekst: Marjolein de Jong